Goede fotografie bij je persbericht, zo belangrijk is dat
Om als startup of scale-up in de media te komen moet je serieus worden genomen door journalisten. In mijn vorige blog stipte ik vijf basisvoorwaarden aan om met je persbericht door de ballotagecommissie te komen. Dat was deel 1 van een tweeluik. Vandaag deel 2: je bent er niet met een degelijke tekst. Goed beeld is minstens zo belangrijk (maar wordt vaak onderschat).
Misschien dacht je na het lezen van mijn laatste blog: ‘Zo, laat die publicaties maar komen… Ik heb een pakkende kop boven mijn bericht gezet, het verhaal actief geschreven, het nieuws staat bovenaan, er ontbreekt geen belangrijke informatie en ik heb voorbeelden aangehaald om het onderwerp zo concreet mogelijk te beschrijven. Dus nu maak ik kans op media-aandacht.’ Maar nee, daarmee ben je er nog niet. De to do-lijst om serieus genomen te worden door journalisten is net even wat langer dan deze 5 punten.
6. Professionele fotografie
Zorg voor goed beeld bij je persbericht. Dat is in een tijd waarin journalisten ‘digital first’ werken alleen nog maar belangrijker geworden. Foto’s moeten meteen online gedeeld kunnen worden met de doelgroep van krant, tijdschrift, website of radio-of tv-zender. Maar wat is bruikbaar beeld?, hoor ik je denken. Welnu, dat zijn in ieder geval foto’s die het onderwerp zo duidelijk mogelijk laten zien, het liefst beeld met mensen erop. Dan komt het onderwerp tot leven. Belangrijk: houd doel en doelgroep voor ogen. Foto’s voor marketingdoeleinden bevatten vaak het logo of merk van je bedrijf. Journalistieke foto’s moeten geschikt zijn voor publicatie in print of online, mogen dus niet commercieel ogen. Zorg dat ze clean zijn. Daarmee bedoel ik: zonder logo, merk of vergelijkbare uitingen. Om die reden is het raadzaam om een nieuwsfotograaf in te schakelen. Die kent de eisen van de media.
Denk er verder om dat elke foto minimaal 1 MB groot is. Anders kunnen media er niets mee voor krant of tijdschrift. Idealiter voeg je sowieso liggende foto’s (meer breed dan hoog) toe en indien beschikbaar ook staande foto’s (meer hoog dan breed). Dan geef je de journalist wat te kiezen. Suggestie: zet 2 tot 4 foto’s onder je persbericht en zet er een linkje bij naar een Dropboxmap of Google Drive waar meer beeldmateriaal te vinden is. Tot slot, niet onbelangrijk: zorg ervoor dat de foto’s rechtenvrij (dus voor commercieel gebruik en gratis inzetbaar) zijn. Spreek dit van tevoren af met de maker van de foto’s. Je kunt ook op allerlei websites terecht voor rechtenvrije foto’s, maar vaak zijn die erg algemeen en niet geschikt voor gebruik door media.
7. Timing
Verdiep je in de doelgroep die het persbericht ontvangt. Het belang daarvan heb ik al meerdere keren benadrukt. Vaak bestaat je doelgroep uit een mix van media: radio, tv, online, kranten en tijdschriften. Hoe laat zijn de deadlines? Wanneer verschijnt de eerstvolgende editie? Doorgaans is verzending in de ochtend het best. Daarmee is de kans op publiciteit zo groot mogelijk. Wil je bijvoorbeeld de regionale krant van de volgende ochtend halen, dan moet je de journalist voorbereidingstijd geven. Tijd die nodig is om zich in te lezen in het onderwerp, het persbericht tot zich te nemen, eventueel andere mensen te interviewen en het verhaal op te schrijven of om te filmen en te monteren.
Je kunt je voorstellen dat je de verslaggever geen plezier doet als je pas aan het eind van de middag met je nieuws aan komt zetten. Hoewel journalisten doorgaans geen 9 tot 5-mentaliteit hebben, zijn ze tegen die tijd razend druk met de krant van morgen. Beter stuur je het persbericht zo rond 9.30 uur. Dan kunnen journalisten jouw verhaal mooi meenemen in de redactievergadering van die ochtend. En zijn ze na afloop van de vergadering nog scherp om goed met je onderwerp aan de slag te gaan.
8. Wees bereikbaar
Het klinkt misschien enorm logisch, maar dat is het in praktijk niet: wees na het versturen van je persbericht bereikbaar. Vaak genoeg heb ik als journalist meegemaakt dat onder een persbericht geen contactgegevens staan, of alleen maar een e-mailadres. En als er wel een telefoonnummer onder stond, kwam het vaak genoeg voor dat dit nummer een algemeen nummer was dat niet werd beantwoord. Of dat er wel een mobiel nummer onder stond, maar deze uitgeschakeld stond (al dan niet omdat het reeds vrijdagmiddag was…). De keren dat ik op voicemails stuitte, zijn ontelbaar. En ook anno 2022 gebeurt het nog. Regelmatig hoor ik de verhalen van journalisten uit mijn netwerk.
Niets zo frustrerend dat wanneer je nog een paar vragen over het persbericht hebt, er niemand is die je kan helpen. Nog erger is het als je echt een interview wil met de opgevoerde bron in het persbericht. Als je onbereikbaar bent, verlies je goodwill, de kans om de boodschap nog beter te duiden en, nog belangrijker, het moment om aan je relatie met de journalist te bouwen. Je stuurt het persbericht met het idee dat de journalist er meteen iets mee wil doen, bedien hem of haar dan ook optimaal.
P.S. Overigens komt het ook wel eens voor dat een persbericht pas (veel) later tot publiciteit leidt. Daarover meer in een volgend blog!