De dag waarop uit Lech een lawine aan ellende en nieuws kwam
PR, nieuws en journalistiek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als bindmiddel tussen mijn tijd als journalist toen en PR-adviseur nu, lanceer ik de rubriek ‘Afgestoft nieuws’. Hierbij deel ik mijn persoonlijke ervaringen en blik ik om de twee weken terug op een ander nieuwsfeit of verhaal dat ik als journalist heb geschreven. Vandaag deel 3: de dag dat prins Friso in Lech werd overvallen door een lawine en ik toevallig op de Telegraaf-redactie aan de Basisweg zat.
Journalistiek is hollen en stilstaan, maar vooral het eerste. Je hebt dagen dat je allerlei verhalen ‘uit hebt staan’ en geen enkel verhaal ‘rondkomt’ en dagen waarop het nieuws in sneltreinvaart op je af dendert. Dat je handen tekort komt om de verhalen in te tikken. Dat je een extra set oren zou willen aanschaffen om alle informatie tot je te nemen en te verwerken. En dat je zo in beslag wordt genomen dat je niet eens tijd hebt voor ‘eigen nieuws‘, waar de krant juist zo bekend om staat. Vrijdag 17 februari 2012 was zo’n dag.
Biografie
Afgelopen week dacht ik weer terug aan die memorabele dag. Aanleiding was de publiciteit rondom de biografie van prinses Amalia. De troonopvolger van Willem-Alexander was slechts acht jaar toen de tragedie in de Oostenrijkse sneeuw zich ontvouwde. Wat zal zij hebben meegekregen van het lawine-ongeluk van haar off-piste skiënde oom en in hoeverre houdt het haar nog dagelijks bezig, vraag ik me af. Dat eerste is me niet bekend, maar duidelijk is wel dat ze er lessen uit heeft getrokken. In de biografie zegt ze een speciale training te hebben gevolgd voor het skiën buiten de piste. En ook dat ze volledig is toegerust mocht het doemscenario zich voltrekken. Compleet met rugzak
Afijn, terug naar de bewuste 17e februari. Ik was in die tijd correspondent in Noord-Holland en kwam, zoals wel vaker, ‘op de krant’ in Amsterdam. Gezellig en goed voor de binding met collega’s en de krant als zodanig. Je werkt toch een stuk prettiger als de nieuwschefs met wie je dagelijks contact hebt eens in de zoveel tijd in de ogen kijkt. Die dag ben ik bezig met een niet zo noemenswaardig verhaal -Joost mag weten waarover, dat zegt wel genoeg- totdat adjunct-hoofdredacteur Jan-Kees Emmer aan het begin van de middag de nieuwsredactie op komt gestormd. ‘Friso is onder een lawine terecht gekomen, het ziet er slecht uit’, zegt de oud-Koninklijk Huis-verslaggever met hoorbare adrenaline.
Bellen met Lech
Heel veel meer is dan nog niet bekend over het incident, maar duidelijk is wel dat de krant compleet overhoop gaat. Veel verhalen die klaarstonden zullen de volgende dag de brievenbus van de honderdduizenden lezers niet halen. Ze moeten wijken voor dit grote, opkomende nieuws. In die tijd is het principe ‘digital first’ in opkomst. In theorie is de website leidend en verschijnt nieuws eerst op de site en dan pas in print. In werkelijkheid worden de mooiste verhalen bewaard voor de krant. De Telegraaf is wat dat betreft een conservatieve krant.
Hoe dan ook, ik stel voor om alvast voor de website reacties te verzamelen vanuit Oostenrijk. Hoewel ik weinig Koninklijk Huis-expertise heb en ook zeker niet zo koningsgezind ben als veel van mijn collega’s, herinner ik me dat Gasthof Post de vaste uitvalsbasis is van de royals. Terwijl Koninklijk Huis-verslaggever Pieter Klein Beernink al onderweg is naar Schiphol en vele collega’s met uiteenlopende invalshoeken bezig zijn met het drama-Friso, bel ik met Lech. Het lijkt erop dat ik de eerste verslaggever ben die belt met Gasthof Post. Men is verrast dat wij al op de hoogte zijn van het koninklijke drama.
Quotes
Bij dit soort incidenten is het vaak zwart of wit: of de quotes komen vanzelf en zo’n gesprek wordt beschouwd als een manier om het hart te luchten. Of men wil niets zeggen. In dit geval is sprake van dit laatste scenario. Niet veel later hang ik aan de lijn met de lokale VVV. Daar krijg ik wel een warme reactie. ‘De leden van het Koninklijk Huis behoren tot onze dorpelingen, we houden van hen’, klinkt het. Ik stuur een paar korte quotes door naar de internetredactie, die feitelijk twee meter bij me vandaan zit. Niet lang daarna tik ik samen met collega Bert Dijkstra ‘de opening 3’, die uiteindelijk ‘opening pagina 6’ wordt.
Dat de journalistiek volstrekt onvoorspelbaar is, blijkt vandaag eens te meer. Op dit soort dagen pas je je planning moeiteloos aan en cancel ik de privé-afspraken die ik die dag had staan. Eten doe ik op de krant. Vlug schuif ik wat naar binnen in de kantine, de adrenaline giert nog door mijn lijf. Rond een uur of 19.00 uur is het verhaal rond en krijgt de krant meer en meer vorm. Uiteindelijk zou Friso anderhalf jaar lang in coma liggen voor hij bezweek en opnieuw voor een grote schok en veel nieuwsverhalen zorgde.